Rond 2010/2011 dook de term micro-entiteit voor het eerst op in de vakliteratuur. Er was toen al geruime tijd discussie in Europa over de invoering ervan. Nu, ruim 4 jaar later, is de micro-entiteit realiteit geworden. Maar zorgt de micro-entiteit wel daadwerkelijk voor de beoogde lastenverlichting? En hoe moet je er als accountant mee omgaan?
Micro-entiteiten zijn sinds 1 november 2015 in het Burgerlijk Wetboek opgenomen. Hieronder worden ondernemingen verstaan die op opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking, hebben voldaan aan minstens 2 van de 3 volgende criteria (artikel 2:95a BW lid 1):
· Balanstotaal < € 350.000
· Netto-omzet < € 700.000
· Aantal werknemers < 10
Naar schatting ruim 650.000 ondernemingen voldoen aan bovenstaande criteria en daarmee worden ze sinds 1 november 2015 gekenmerkt als micro-entiteit. Een significant aantal, vandaar dat er veel aandacht voor is.
In de nieuwe wetgeving staat beschreven dat een micro-entiteit mag volstaan met een zeer beperkte jaarrekening, waarin alleen een balans op hoofdposten en een beperkte winst-en-verliesrekening zijn opgenomen. Nadere toelichtingen en de vermelding van grondslagen zijn niet meer vereist. Door deze aanpassing is het eigenlijk geen jaarrekening meer te noemen. Doel hiervan is om lastenverlichting bij de ondernemer te creëren.
De vraag is echter in hoeverre hier daadwerkelijk sprake van zal zijn. Een hoop ondernemers die aan de genoemde voorwaarden voldoen, zijn namelijk extern gefinancierd. Een bank krijgt met deze beperkte jaarrekening onvoldoende inzicht in de cijfers en zal dus niet akkoord gaan. Het gevolg hiervan is dat er toch meer accountantskosten gemaakt moeten worden, omdat er een uitgebreidere rapportage vereist is. Ook zijn de eerste vaktechnische obstakels gesignaleerd in de vakliteratuur, denk bijvoorbeeld aan pensioen-BV's. Micro-entiteiten mogen volgens de RJ-uiting namelijk geen marktwaarde hanteren. Een mogelijk gevolg hiervan is dat een kleine vennootschap met pensioen in eigen beheer zichzelf niet mag kenmerken als micro-entiteit.
Maar ook voor de accountant is het een lastige kwestie. Want hoe ga je om met ondernemers die graag hun jaarstukken onder dit regime willen laten opstellen? Doordat de jaarrekening dusdanig beperkt geworden is, valt deze feitelijk niet meer onder de definitie van een financieel overzicht. Dit betekent dat standaard 4410 niet meer gevolgd hoeft te worden, waarmee dus ook de samenstellingsverklaring vervalt. Het NBA is nog zoekende naar een passende oplossing en heeft hiervoor een consultatiedocument opgesteld.
De tijd zal dus moeten leren of met de komst van de micro-entiteiten uiteindelijk daadwerkelijk het beoogde effect bereikt wordt.
Door: Pascalle Brand MSc RA - Werkt bij Kamphuis & Berghuizen Accountants en is docent bij Markus Verbeek Praehep.