Onze dochter zit in de derde klas van het voortgezet onderwijs. Op de basisschool is in mijn ogen een zwakke basis gelegd voor haar rekenvaardigheid en daarom wil ik haar als ouder nog weleens uitdagen met een niet al te moeilijke rekensom.
Die rekensommen haal ik bij voorkeur uit de praktijk. Zo was ik laatst het onderwerp afspiegelingsbeginsel aan het voorbereiden voor een les, toen zij mijn studeerkamer inliep en vroeg wat ik aan het doen was. Ik gaf aan dat ik bezig was met een berekening waarin per categorie iets in een percentage moest worden uitgedrukt. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om haar een eenvoudige rekensom voor te leggen. "Van de 20 medewerkers werken er 5 op een afdeling, hoeveel procent is dat?" Haar antwoord was enigszins voorspelbaar: "Hey pap, het is weekend en dan doe ik niet aan cijfers en rekenen, dat is doordeweeks op school al vervelend genoeg." Ja, dan kan ik natuurlijk flauw gaan doen en zeggen dat ik ook niet meer precies weet hoe het dan met haar zakgeld zit, want dan moeten we toch gaan rekenen en dat wilde ze toch niet? Na een kleine discussie over het nut van cijfers en rekenen, ook in het weekend, werd het mijn dochter toch wel snel duidelijk dat cijfers en rekenen ook in het weekend wel handig zijn. Want ze kreeg nog van drie weken zakgeld en wilde iets kopen waarvoor ze blijkbaar het zakgeld van vijf weken nodig had.
Op de een of andere manier hadden de cijfers en het rekenen haar interesse gewekt na deze conversatie. "Ja maar pap, moet jij dit nu ook nog uitleggen aan volwassen mensen waar jij les aan geeft?" Ik leg uit dat de meeste mensen de 'koude kant' van cijfers en rekenen wel kennen. Dat in mijn tijd 'Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord' (de volgorde van berekenen, Machtsverheffen - Vermenigvuldigen - Delen - Worteltrekken - Optellen en Aftrekken) er nog wel 'ingestampt' werd en mensen met Excel tegenwoordig de mooiste en meest ingewikkelde berekeningen kunnen maken. De uitkomst is in de regel dus wel duidelijk.
"Ja maar pap, wat betekent zo'n uitkomst dan?" "Hé," dacht ik, "daar begint de interesse, daar begint het verder nadenken over de cijfers en het rekenen. Want op school daar gaat het over de juiste uitkomst, goed of fout, wel of geen voldoende. Maar het gaat er juist om dat de cijfers gaan leven. Wat betekent het, wat zit erachter, wat gebeurt er dan verder?"
Terug naar het afspiegelingsbeginsel waar ik mee bezig was. "Kijk," zei ik tegen haar, "door te berekenen hoeveel mensen er op een afdeling werken en in welke leeftijdscategorieën zij zijn verdeeld in combinatie met hoelang zij al in dienst zijn, kunnen we doorrekenen wie er uiteindelijk moet worden ontslagen." Een aantal eenvoudige rekenexercities die worden samengevoegd.
"Maar dat is toch helemaal niet leuk! En dat moet je dan wel heel goed uitrekenen, want anders wordt misschien wel de verkeerde ontslagen." "Precies. En daarom is rekenen ook zo belangrijk. En het blijft niet bij wie er ontslagen moet worden, maar er moet ook berekend worden hoelang iemand een uitkering krijgt en hoeveel die uitkering dan gaat worden en of er nog een vergoeding betaald moet gaan worden, enzovoort."
Onze dochter heeft inmiddels een iets andere kijk op cijfers en rekenen, maar ik ben mij ervan bewust dat ik nog vaak een eenvoudige rekensom aan een praktisch verhaal zal moeten koppelen. Maar is dat niet wat wij als docent bij Markus Verbeek Praehep zo leuk vinden om met onze studenten te doen? Dit, in combinatie met de kennisoverdracht, is wat het vak voor mij zo leuk maakt.
Alex Schrijver, docent Vakopleiding Payroll Services